Voordelen alle aard inkomsten 2025 (aanslagjaar 2026): De cijfers

Voordeel alle aard wagen

Cataloguswaarde van het voertuig x ouderdomspercentage x 6/7 x CO2 -percentage

Het CO₂-basispercentage bedraagt 5,5 %

• voor een referentie- CO₂- uitstoot van 71 g/km voor voertuigen met een benzine-, LPG of CNG
• voor een referentie- CO₂-uitstoot van 59 g/km voor voertuigen met een dieselmotor

Het voordeel op jaarbasis bedraagt minimum 1.650 EUR (aanslagjaar 2025).

Voordeel alle aard woning

Onbebouwde onroerende goederen: kadastraal inkomen x 2,2446 x 100/90 x 2

Bebouwde gemeubelde onroerende goederen: kadastraal inkomen x 2,2446 x 100/60 x 2

Bebouwde gemeubelde onroerende goederen: kadastraal inkomen x 2,2446 x 100/60 x 5/3 x 2

Voordeel alle aard elektriciteit/verwarming

Voor directiepersoneel en bedrijfsleiders komt het voordeel overeen met:

• verwarming: 2.500 euro per jaar 
• elektriciteit gebruikt voor andere doeleinden dan verwarming: 1.250 euro per jaar 

Voor andere begunstigden komt het voordeel overeen met:

• verwarming: 1.130 euro per jaar 
• elektriciteit gebruikt voor andere doeleinden dan verwarming: 560 euro per jaar 

Voordeel alle aard PC/Telefoon/Internet

pc en bepaalde basisrandapparatuur: 72 euro per jaar 
tablet of een mobiele telefoon: 36 euro per jaar
internetverbinding en -abonnement: 60 euro per jaar 
vast of mobiel telefoonabonnement: 48 euro per jaar 

Renteloze lening of verminderde rentevoet (aanslagjaar 2025, inkomsten 2024)

Voor hypothecaire leningen: 3,28%
Voor niet-hypothecaire leningen met vaste looptijd is het maandelijks lastenpercentage:

• 0,28% over leningen voor de aankoop van een wagen
• 0,55% voor andere leningen

Voor niet-hypothecaire leningen zonder vaste looptijd: 6,25% (= debet rekening-courant)

Creditinteresten op rekening-courant (=marktrente)

• inkomsten 2025: 7,08%
• inkomsten 2024: 8,02%

Een bedrijfsleider of aandeelhouder kan intresten rekenen op de gelden die ter beschikking worden gesteld aan de vennootschap. Deze intresten zijn slechts aftrekbaar indien:

1. de marktrente niet wordt overschreden;
2. het ontleende bedrag mag niet hoger zijn dat de som van de belaste reserves bij het begin van het boekjaar en het fiscaal gestorte kapitaal/inbreng op het einde van het boekjaar. 

Op de intresten is er 30% roerende voorheffing verschuldigd wanneer de verkrijger een natuurlijk persoon is.